Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Chemie klimaatvriendelijk voor 64 miljard

De chemische industrie kan in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met zo'n 90% verminderd hebben ten opzichte van 1990. Het kost wel wat, want in totaal is een investering nodig van 64 miljard: €27 miljard voor de ombouw van de chemische industrie zelf en €37 miljard voor de omslag die de energiesector daarvoor moet maken. Daarbij is de hulp van de Nederlandse overheid onontbeerlijk: die moet financiële steun bieden én speciaal beleid ontwerpen.

De doelstelling van 90% reductie voor de chemische industrie in 2050 is conform de afspraken die bijna 200 landen eind 2015 in Parijs hebben gemaakt. Maar ook de recente Nederlandse doelstelling van 49% CO2-reductie voor 2030 is volgens het rapport technisch haalbaar. Dit concluderen analisten van adviesbureau Berenschot, onderzoeksbureau Ecofys en van de VNCI, de brancheorganisatie van de chemie, in een onderzoek in opdracht van de sector.

Het is niet het eerste onderzoek dat de omvang berekent van het geld dat de industrie moet investeren om te vergroenen. Adviesbureau McKinsey kwam in 2017 voor de gehele Nederlandse industrie uit op €24 miljard. Daarbij waren niet meegerekend de kosten voor de energiesector en van de overschakeling op alternatieve grondstoffen. “Dit onderzoek gaat drie etages dieper”, zegt Reinier Gerrits, hoofd energie & klimaat van de VNCI.

Bovenop het genoemde investeringsbedrag van €27 miljard voor de chemiesector zullen voor de chemiebedrijven in Nederland ook nog eens de jaarlijkse kosten voor energie en grondstoffen oplopen. Met de helft, ofwel €3 miljard extra kosten per jaar, aldus het rapport. Een ton CO2-reductie kost de chemie hiermee per saldo gemiddeld €140,-.

Voor de CO₂-reductie tot 2050 moet heel wat uit de kast worden getrokken: brede vervanging van fossiele grondstoffen door biomassa, grootscheepse elektrificatie van de industrie op basis van hernieuwbare energie, omvangrijke recycling van plastics en afvang en opslag van industriële CO2.

En het moet snel. “Er resteren nog maar 32 jaar tot 2050', aldus de opstellers van het rapport. Voor een kapitaalintensieve sector als de chemie betekent dat er 'maar één kans' is om dit voor elkaar te krijgen. 'Voor veel chemische processen is 2050 maar één investeringscyclus van nu verwijderd. Van nu af aan moeten alle belangrijke investeringen in productie en innovatie gedaan worden met de klimaatdoelen van 2050 voor ogen.”

Het rapport hamert op de noodzaak van een actieve rol voor de Nederlandse overheid. Want veel maatregelen zijn in de huidige omstandigheden voor de chemie niet winstgevend, zoals extra kosten voor energie en grondstoffen. Daarmee verdwijnt zo ongeveer de hele winst van de sector, aldus het rapport. Extra geld en regels zijn nodig.

De Nederlandse overheid moet zich inzetten voor een gelijk speelveld in Europa en de wereld. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een prijs op CO2-uitstoot geplakt wordt die wereldwijd wordt gehanteerd. “Dan wordt er geen industrie verplaatst naar oorden waar geen CO2-prijs geldt. Want dat zou niet goed zijn voor het klimaat,” zegt Raymond van der Horst, algemeen directeur van ExxonMobil Chemical Holland en lid van het dagelijks en algemeen bestuur van de VNCI. 'Zijn' ExxonMobil heeft drie grote fabrieken in de Botlek en Europoort en investeert momenteel bijna €1 miljard in Nederland.

De Nederlandse overheid ontkomt daarnaast niet aan forse investeringen, aldus het rapport. Er moet een elektriciteitsnetwerk komen dat in staat is grote hoeveelheden groene energie te vervoeren en er is een leidingennet nodig voor waterstof en CO2- en warmtetransport. Ook moeten er installaties komen om afval te verwerken en te recyclen. Het betekent dat de omslag van de chemische industrie in innige samenwerking met de energiesector moet lopen. Van der Horst: “De overheid moet innovatie stimuleren die door sectoren heen loopt.”

In de ideale route die in het rapport wordt uitgetekend wordt breed ingezet op diverse fronten, ook op technologische ontwikkeling om verder in de toekomst op commerciële basis grootschalig plastics uit CO2 te kunnen maken. Dat onderzoek moet nu al worden gedaan “anders zien we een significant risico” dat na 2030 de tijd te kort is om de beoogde omslag te maken.

De ideale route steunt ook aanzienlijk op wind- en zonne-energie om waterstof (H₂) te maken, en minder op biomassa. Dat vergt aanmerkelijk meer investeringskosten. Maar de leverantie van grondstoffen voor chemische productie wordt daarmee zekerder. De vraag is telkens of er voldoende biomassa kan worden aangevoerd en tegen welke prijs. “De studie geeft aan dat het technisch mogelijk is om tot een reductie van ongeveer 90% te komen”, zegt VNCI-bestuurslid Van der Horst. “Maar de studie laat tevens zien hoe complex het is, met hoge kosten.”

Van der Horst wijst ook op de nieuwe doelstelling van Nederland om de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verlagen tegen een Europese doelstelling van 40%. “Dat is erg belangrijk als straks wordt gesproken over een Klimaatakkoord in Nederland.” Komende zomer worden daarover naar verwachting afspraken op hoofdlijnen gemaakt tussen Rijk, bedrijfsleven, maatschappelijke partijen en mede-overheden. Daarop volgen concrete programma's, waarvan de uitvoering in 2019 moet starten.

Bron: Financieel Dagblad, foto: Peter Hilz / Hollandse Hoogte, hele artikel: klik hier.

De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) presenteerde onlangs haar Routekaart 2050: ‘Chemistry for Climate’. Deze is hier te bekijken. Een videopresentatie van deze routekaart staat hier. De betreffende roadmap werd in 2017 al gepresenteerd tijdens de Vakbeurs Energie, die dit jaar op 9, 10 en 11 oktober plaatsvindt in de Brabanthallen in Den Bosch. 

Ga terug