“Zowel organisatorisch als technisch vinden er nog veel energielekken plaats”
In gesprek met Christian de Laat, energieadviseur bij DCMR
De industrie verduurzaamt. Enerzijds intrinsiek, anderzijds door wet- en regelgeving gedreven. Sommige bedrijven zijn goed op weg, maar anderen moeten nog flink aan de bak. Christian de Laat geeft vanuit zijn rol als energieadviseur bij DCMR een aantal tips.
“Bedrijven en instellingen die moeten voldoen aan de energiebesparingsplicht zijn verplicht om energiebesparende maatregelen - met een terugverdientijd van 5 jaar of minder - uit te voeren. Bedrijven met een zeer hoog energiegebruik rapporteren eens in de vier jaar over de energiebesparende maatregelen. Deze rapportage bestaat uit een inventarisatie, een analyse en de daaruit voortkomende energiebesparende maatregelen. De omgevingsdiensten hebben de taak de rapportages te beoordelen”, legt Christian de Laat uit. Christian is energieadviseur bij DCMR Milieudienst Rijnmond en voorzitter van een landelijk overleg waarin 28 omgevingsdiensten dilemma’s rond energieonderzoeken met elkaar delen zodat landelijk dezelfde lijn wordt getrokken.
Inventarisatie
“Bij weinig bedrijven voldoet de rapportage aan de eisen. Zoom je in, dan blijkt dat de inventarisatie vaak onvoldoende is. Het gevolg hiervan is dat ook de analyse die daarop volgt beperkt is en er daardoor weinig energiebesparende maatregelen uit voortvloeien. Een belangrijke eerste stap is met andere woorden een goede inventarisatie maken. Dat is soms best lastig. Zo moeten bedrijven de isolatie in kaart brengen en onder meer de aandrijfsystemen met elektromotoren inventariseren. Waar sommige bedrijven met de spreekwoordelijke druk op de knop, dankzij digitalisering meteen alles in kaart hebben, moeten de achterblijvers de hele fabriek nalopen en nagaan welk type motoren ze in huis hebben, wat de leeftijd en efficiëntie ervan is, hoe deze regelbaar is, wat de belasting is enzovoort. Hetzelfde geldt voor isolatie. Soms is er sprake van kilometerslange pijpleidingen met isolatie. Hoe wordt deze onderhouden en wat is de status van de isolatie? Pas als je dit inzichtelijk hebt, kun je efficiënt verbeteren.”
Maak er werk van!
“Maak er werk van”, is het advies van de Laat. “En dat begint meestal met een goed beleid. Er is wet- en regelgeving die je moet volgen, maar daarnaast zul je ook moeten bepalen hoe je de organisatie voor jezelf als bedrijf effectief inricht. Wie voert inspecties uit? En zijn diegenen die de inspecties uitvoeren goed opgeleid? Hoe is het vervangingsbeleid ingericht? Wordt in het kwaliteitssysteem én in de onderhoudsvisie energie als topic meegenomen? Welke middelen zijn beschikbaar om de bedrijfsvoering energiezuiniger te maken? En hoe zorg je dat continu verbeteren is ingebed in de organisatie? Veel bedrijven hebben dit op papier in orde, maar ga je doorvragen, dan blijkt dat ze dit voor energiezorg in de praktijk nog beter moeten inrichten.”
Veel is mogelijk
“Zowel organisatorisch als technisch vinden er nog veel energielekken plaats. Enerzijds is een goed beleid noodzakelijk. Anderzijds zien we dat er bijvoorbeeld nog veel warmtevernietiging plaatsvindt. Mogelijk kan de restwarmte uit het ene proces worden hergebruikt in een ander proces. Echter dit vergt meestal extra studies en onderzoek. Toch is het de moeite waard om hierin te investeren aangezien het veel energiebesparing kan opleveren.”
Zeg wat je doet en doe wat je zegt
Tot slot heeft De Laat nog een tip voor bedrijven. “Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Stel een goed beleid op waarbij energiezorg onderdeel uitmaakt van je hele bedrijfsvoering. Dit is nu wettelijk geregeld. Wij toetsen niet alleen aan de wet maar zien ook kansen waarbij we bedrijven stimuleren naar nieuwe technieken te kijken die voor hun sector interessant kunnen zijn.”