“Bedrijven die een stapje meer of sneller willen zetten, moeten daar ook de mogelijkheden en support voor hebben”

NVDE en VEMW zijn beide partners van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI).

1. Wat zijn volgens jullie belangrijke aandachtspunten in de energietransitie die de industrie niet uit het oog mag verliezen?

Jacques van de Worp: “Bedrijven kijken naar de mogelijkheden om energie te besparen, de energievraag te verduurzamen en de CO2-emissies te reduceren. De industrie moet zich echter ook beseffen dat het hele energiesysteem gaat veranderen. Daar zijn natuurlijk politieke, technische, economische en ruimtelijke keuzes in te maken, maar je hebt je er linksom of rechtsom toe te verhouden dat het systeem als totaal transformeert. De standaard toevoer van betaalbare en voorspelbare energie verandert. Ons energiesysteem wordt veel weersafhankelijker, wat een grote invloed heeft op de prijzen. Natuurlijk speelt opslag hier nog steeds een rol in, maar dat komt met een prijs, en heeft dus altijd meer invloed dan we gewend waren. Baseload energie inkopen wordt veel minder gebruikelijk, en duurder. Het is dus verstandig om te kijken hoe je als bedrijf je eigen energie-inkoop divers houdt, en welke rol je in het energiesysteem wilt spelen. Die verschillende rollen veranderen: balancering van het elektriciteitsnet, invoeding in het gassysteem (met groen gas), waterstofproductie en/of -gebruik, het volgen van het aanbodprofiel van duurzame elektriciteit, hoge temperatuur warmte-opslag… En de spelers die hier actief in kunnen zijn veranderen eveneens. Het is een hele kluif om hier als bedrijf in te duiken, maar voor de ondernemers onder ons is het wel heel belangrijk om je tot dat nieuwe systeem te verhouden om de kosten te drukken en de voorwaarden om te produceren te behouden.”

1. Waar hebben jullie in 2024 sterk op ingezet?

Tessa Hermens- van Ruremonde: “Het jaar 2024 ligt achter ons, en de tijd tot 2030 en zelfs 2039 (het jaar waarin de laatste ETS-rechten geveild worden) is kort. Wij zetten ons vanuit NVDE en VEMW - beiden partners van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie, NPVI -  vol in op het mogelijk maken van de energietransitie met een focus op de randvoorwaarden, zoals netcongestie, kostenbeheersing, versnelde vergunningverlening en een stikstofvrijstelling voor energietransitie-projecten. Waarbij we het belangrijk vinden dat de bedrijven die een stapje meer of sneller willen zetten, daar ook de mogelijkheden en support voor hebben.”
Van de Worp vult aan: “Als samenwerkende partners binnen NPVI zetten we de online en fysieke inspiratietours voort, op thema's die wij als partners belangrijk vinden voor de industrie, of waar de industrie zelf om vraagt. Input is altijd welkom! En we hebben een nieuwe event-vorm opgezet: de industrie dialoog. Daarin bespreken we thema’s gezamenlijk. Er is meer discussie en de dialoog vanuit verschillende partijen en dat zorgt voor toegevoegde waarde. Dit is echt een verrijking ten opzichte van de online inspiratietour dat toch meer 'zenden' is, of de fysieke inspiratietour die voornamelijk 'zien en beleven' is. En gelukkig is ook de CO₂ Masterclass weer van start gegaan, ideaal voor bedrijven om met hun eigen bedrijf en professionele begeleiding een CO₂ reductieplan op te zetten.”

1. Wat heeft jullie doen besluiten om deel te nemen aan Industrial Heat & Power als exposant?

Hermens-van Ruremonde: “Vanuit het Nationaal Platform Verduurzaming Industrie staan wij heel graag op de beurs, om de bekendheid van www.verduurzamingindustrie.nl te vergroten. Deze website helpt iedereen 'door de bomen het bos weer te zien' op het vlak van verduurzaming van de industrie. Je vindt er inspiratie, kennis en betrouwbare links naar partijen en organisaties die je verder kunnen helpen. Van en voor de industrie dus, met support en overzicht vanuit de overheid. We organiseren meerdere gratis events per jaar, die al gretig aftrek vinden, maar we merken ook dat de doelgroep nog groter is dan we nu bereiken. De beurs is een hele goede plek om hier op een inhoudelijke, inspirerende en laagdrempelige manier invulling aan te geven.”