Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Ontwikkelingen energieprijzen op de internationale energiemarkt

Hans van Cleef

Hoe gaan de energiekosten zich ontwikkelen in Europa en Nederland? Wat beïnvloedt deze prijzen en hoe kunnen bedrijven hier het beste mee omgaan? Hans van Cleef, Senior Energy Economist bij ABN AMRO gaf onlangs tijdens een webinar van FedEC hierop zijn visie.

“De gasvoorraad in Nederland is dit jaar achtergebleven ten opzichte van voorgaande jaren”, stelt van Cleef. “Het begon al afgelopen zomer waar de gasprijzen sterk stegen. De gasvoorraadvorming bleef behoorlijk achter op de ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Dat zorgde ervoor dat de gasprijs in Nederland en Europa in het derde en vierde kwartaal sterk steeg. Een grote zege is dat we een milde winter hebben gehad waardoor de gasvoorraad gelukkig niet uitkwam op het dieptepunt waar de markt op anticipeerde. De gasprijsstijging was ernstig, maar het had dus nog erger kunnen zijn. Eind april zien we dat de voorraad weer wat wordt opgebouwd. Dat is ook nodig en wordt meteen ook de uitdaging voor de komende maanden. De Europese Commissie stelt namelijk dat we een minimale vulgraad van 80% moeten bereiken vóór de volgende winter en daar zijn we nog lang niet. Het is onzeker of we dit kunnen bereiken omdat er ook nog steeds over een boycot van Russisch gas wordt gesproken en we het dan ergens anders vandaan moeten halen.”


Prijsontwikkeling 

De gevolgen van de gasmarkt zijn enorm. “Als je kijkt naar de prijsontwikkeling van de afgelopen jaren, zie je dat medio 2021 de gasprijs in Nederland al flink oploopt, boven het jaargemiddelde, met een grote piek in december. Ook net na de inval van Rusland in Oekraïne was er een enorme piek. De prijzen liggen op dit moment nog steeds hoger dan normaal.  Tegelijkertijd loopt de aardgasprijs in Azië gelijk op. De Amerikaanse benchmark lijkt minder volatiel in vergelijking met de gasprijzen in Europa en Azië, maar ook hier zijn ze gestegen. Naast de gasmarkt is er een vergelijkbare prijsontwikkeling bij kolen ten opzichte van de jaren voordien. Ook de EU ETS-steeg, evenals de elektriciteitsprijzen, de prijs voor vloeibaar aardgas en olieprijzen.”

22 miljard euro extra

ABN AMRO verwacht dat over heel 2022 de tarieven voor gas en elektriciteit gemiddeld ongeveer vijf keer zo hoog zijn als in 2019. Bedrijven die een variabel energiecontract hebben, voelen de tarieven direct in hun marge. Wie eerder tegen lagere tarieven vaste contracten heeft afgesloten, ontspringt voorlopig de dans, maar ook deze contracten zullen aflopen, waardoor steeds meer bedrijven worden geconfronteerd met de huidige hoge nieuwe tarieven. Volgens berekeningen van de bank (sectorprognose van maart 2022) zullen de explosief stijgende gas- en elektriciteitsprijzen het Nederlandse bedrijfsleven dit jaar naar schatting 22 miljard euro extra kosten. Bij de berekening is ervan uitgegaan dat het bedrijfsleven voor de helft van het verbruik variabele tarieven betaalt. Deze aanname is gedaan op basis van gesprekken in de markt met brancheverenigingen en grootverbruikers. De precieze gegevens over het aantal ondernemingen dat variabele energietarieven betaalt ontbreekt.

Wat zijn de alternatieven?

Zowel op korte als op de langere termijn kunnen acties worden ondernomen. Van Cleef somt een aantal maatregelen op voor de korte termijn: “De overheid wil een vast percentage van de gasvoorraad vullen. De vraag is nu waar we dat vandaan moeten halen en of dit gaat lukken. Een optie is om de lokale gasproductie  - op de Noordzee, niet het Groningenveld – te stimuleren door bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen te versnellen. Daarnaast kunnen we de capaciteit van LNG die we importeren – tot op zekere hoogte – verhogen. Er komen twee drijvende LNG-faciliteiten in de Eemshaven en Gasunie heeft al aangegeven de capaciteit van de GATE-terminal (de installatie op de Maasvlakte voor LNG) te willen verhogen. Beide initiatieven zouden de totale LNG-capaciteit in relatief korte periode moeten verdubbelen. Tot slot is er ook een groeiende aandacht voor energie-efficiëntie, onder meer door campagnes om de verwarming met z’n allen lager te zetten, huizen beter te isoleren enzoverder.”

Op de langere termijn zijn er eveneens alternatieven. “Denk aan het versnellen van de energietransitie en het verlagen van de energievraag, een blijvende focus op energie efficiency, een verdere stijging van lokale gasproductie (niet het Groningengas),  het bouwen of verhogen van waterstofproductie en import van waterstof en onderzoek naar de mogelijkheden om nieuwe kerncentrales in Nederland te bouwen. Sommige van deze alternatieven vergen echter jaren voorbereidingstijd.”

Klimaatambitie

Uiteindelijk is de klimaatambitie om geen broeikasgas meer uit te stoten tegen 2050.  Van Cleef: “Maar hier zijn we nog niet. Vanuit de bank kijken we naar diverse scenario’s. Wat is het meest waarschijnlijk? Op korte termijn zien we wat versnelling, maar nog relatief beperkt omdat de grote stappen die kunnen worden gemaakt projecten van lange adem zijn. We zien dat het percentage duurzame energie in Nederland toeneemt. De stijging is te danken aan het beleid van 2013. Afspraken die we nu met elkaar maken zien we pas effectief terug rond 2030 door de doorlooptijd. We verwachten wel dat de besluitvorming sneller zal gaan en we op een bepaald moment ook echt kunnen versnellen. En dat we onder de 2 graden Celsius temperatuurstijging uit zullen komen. Daar hebben we in elk geval goede hoop op.”

Doen wat je belooft

Maar dan moet iedereen doen wat hij belooft. “Investeringen in de olie- en gasmarkt liggen momenteel ongeveer in lijn zijn met het net zero-scenario. Vooralsnog blijven de investeringen in clean energie en infrastructuur die nodig zijn om het net zero-scenario te behalen, achter op de berekeningen. Er moet dus meer worden geïnvesteerd in groene technologieën. Veel meer. Dit moet minimaal verdrievoudigen. Aandachtspunt is daarbij om niet alleen bestaande groene technologie op te schalen, maar ook rekening te houden met verbetering van bestaande technologieën en ontwikkeling van nieuwe technologieën.  Daarnaast moet de regelgeving beter op orde komen om de efficiency maatregelen en innovatie te stimuleren.  Dit alles met aandacht voor een goede balans  tussen klimaatdoelen, economische doelen en leveringszekerheid.”

Positief nieuws

We staan met z’n allen voor een enorme uitdaging. Van Cleef eindigt zijn betoog echter met positief nieuws. “De opbouw van hernieuwbare energie gaat snel, de kosten voor groene technologieën dalen en het lijkt erop dat het doel van 1,8 graad Celsius temperatuurstijging in beeld is als we doen wat we zeggen. Het is nog niet voldoende, maar we gaan wel de goede kant op richting 1,5 graad Celsius.  Het is een transitie, geen transformatie, dus het kost tijd.”

Ga terug