Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Klimaatakkoord kan goed uitpakken

 

Klimaatakkoord kan goed uitpakken

Minister Wiebes presenteerde onlangs het kabinetsvoorstel voor een Klimaatakkoord. Opvallend in dit akkoord is dat de industrie tweederde van de CO2-lasten zou moeten dragen. De minister van Economische Zaken en Klimaat stelt een CO2-belasting voor die de slecht presterende bedrijven dwingt hun uitstoot te beperken. Voor de Federatie van Energieconsultants (FedEC) kan die maatregel goed uitpakken, mits beleid en handhaving aansluit bij de reductieambities.

De kabinetsambities om de Nederlandse CO2 uitstoot in 2030 met 49 procent terug te dringen ten opzichte van 1990, zijn ambitieus. Het grootste deel van deze besparing zou op conto van de industrie moeten komen. Niet geheel onlogisch, omdat meerdere onderzoeken uitwezen dat de industrie de meeste tonnen CO2 kan besparen tegen de laagste kosten. De vraag is wel wie voor die kosten opdraait.

De minister vraagt de industrie 14,3 Mton extra CO2 te besparen, bovenop bestaand beleid. Dat komt specifiek voor de industrie neer op een emissiereductie van 59 procent in 2030. De minister wil dit afdwingen via een CO2-heffing die de industrie blijft prikkelen in energiebesparing of andere vormen van uitstootbeperking te investeren. De extra heffing zou in 2021 beginnen met een bedrag van dertig euro per ton, maar lineair oplopen tot 125-150 euro per ton, minus ETS. Bij een hoge ETS prijs zal de industrie dus weinig merken van de extra heffing. Ook hoopt de minister dat bedrijven hun energieverbruik dermate temperen of op andere wijze CO2-uitstoot vermijden dat ze de heffing niet zullen hoeven betalen. Wie echter achterblijft, zal op den duur moeten betalen voor zijn afwachtende houding.

René de Schutter, voorzitter van de Federatie van Energieconsultants (FedEC) ziet wel de voordelen in van een beleid met een resultaatsverplichting. ‘Dat betekent dat de overheid niet meer zozeer voorschrijft hoe bedrijven tot de CO2-besparing komen. De vraag is alleen of bedrijven hun pijlen zullen richten op energiebesparing of dat ze liever CO2 afvangen en opslaan. Met de Klimaatwet vervallen namelijk ook de afspraken die zijn gemaakt in het Energieakkoord. De programma’s voor energiebesparing binnen de MJA2- en MEE-afspraken lopen daarmee ook ten einde. Het is de vraag of daar vergelijkbare programma’s voor terugkomen. De SDE++ zou wellicht handvatten kunnen bieden om te investeren in energiebesparende maatregelen of bijvoorbeeld het uitkoppelen van restwarmte.’

Het Klimaatakkoord is wat De Schutter betreft zeer volledig en adresseert de uitdagingen die gepaard gaan met de energietransitie. ‘Zo ziet de minister een duidelijke rol voor de vijf industrieclusters. Die kunnen hun interne energiestromen optimaliseren, maar moeten ook aansluiting vinden bij hun omgeving. Om echt slagen te maken in de energietransitie, zullen we integraal naar het energiesysteem moeten kijken. Dat betekent dat we de energiestromen van de industrie moeten koppelen aan die van de energiebranche, de gebouwde omgeving en de transportsector. Dit komt vooral tot uiting in de Regionale Energie Strategie (RES), waar dertig regio’s zich buigen over dit soort branche overschrijdende samenwerking. Dat maakt het een stuk ingewikkelder, maar daar zijn tegen redelijk lage kosten grote slagen te maken. We willen alleen wel graag weten hoe het ministerie de industrie gaat ondersteunen en welk flankerend beleid ze ontwikkelt.’

Fedec heeft al afspraken bij EZK om te overleggen hoe het ministere het huidige voorstel Klimaatakkoord denkt te kunnen invullen. ‘De afgelopen jaren hebben we vooral rapporten geschreven over besparingspotentie en meegewerkt aan verduurzamingsprogramma’s voor de industrie. We willen ook graag betrokken worden bij de uitvoering ervan en onze kennis inzetten om de energietransitie betaalbaar te houden. Als er één land is dat goede kaarten heeft voor een emissieloze energievoorziening, dan is het Nederland. Laten we dus snel beginnen.’

Ga terug