Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Ketensamenwerking loont om de energietransitie waar te maken

Jacques van de Worp van VEMW over nut en noodzaak van ketensamenwerking


De energietransitie komt in een stroomversnelling. Het maken van plannen is voorbij en snelle uitvoering van duurzaamheidsprojecten is nodig om de gestelde doelen te halen. “Samenwerking met andere partijen vergt soms lef en doorzettingsvermogen, maar werpt ook veel vruchten af”, zegt Jacques van de Worp van VEMW.

“De afgelopen twintig jaar was vooral de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van de voorziening van utilities essentieel in de industrie. Gas, elektriciteit en water zijn essentiële randvoorwaarden om te kunnen produceren. Tot nu toe waren deze voorzieningen altijd beschikbaar en vonden ondernemers de prijs die ze ervoor betalen een belangrijke factor. Echter, door de politieke ontwikkelingen en de energietransitie is de beschikbaarheid veel belangrijker geworden aangezien het geen vanzelfsprekendheid meer is. Dat besef is bij veel bedrijven de afgelopen tijd gegroeid.

Zonder utilities kun je namelijk niet produceren”, zegt Jacques van de Worp, sinds 2000 werkzaam als beleidsadviseur bij VEMW, kenniscentrum en belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers. “Daarnaast is, sinds de VN-conferentie in Parijs in 2015

naast betaalbaarheid en betrouwbaarheid ook duurzaamheid een belangrijke pijler geworden. En sinds 2019 liggen de plannen in het Klimaatakkoord vast en moeten ze ook worden uitgevoerd. Sindsdien zijn we in een stroomversnelling gekomen.”

Samenwerking is nodig

Plannen maken is één, maar ze uitvoeren vergt veel meer moeite. “Daarom is er een aantal initiatieven gestart en samenwerkingsverbanden begonnen met onder meer RVO, VEMW, FME, Fedec, de branches en NVDE om in de keten de verduurzaming voor elkaar te krijgen. Samenwerking is nodig om efficiënt de nodige stappen te kunnen maken.  Ook beurzen en bijeenkomsten zoals Industrial Heat & Power zijn belangrijk om mensen samen te brengen, kennis te delen en de nieuwste ontwikkelingen en in de praktijk op de beursvloer te zien.”

Twence en Grolsch

Samenwerking werpt vruchten af. “VEMW voorziet haar achterban van informatie via diverse kanalen. Zo organiseerden we onlangs nog een inspiratietour om bedrijven te inspireren wat er mogelijk is als de koppen bij elkaar worden gestoken. Tijdens de inspiratietour bezochten we afvalverwerkingsbedrijf Twence en bierbrouwerij Grolsch. Bij Twence worden meerdere reststromen omgezet in grondstof en energie. Één daarvan is de warmwatervoorziening voor de stad Enschede met een uitkoppeling richting Grolsch. De bierbrouwer heeft het doel om CO2 neutraal te worden tegen 2025. Voor 72 procent hebben ze dit eind dit jaar al voor elkaar wanneer de warmtekoppeling met afvalverbrander Twence volledig operationeel is. Hiermee maken ze een enorme stap voorwaarts.”  Zoutwinningsproducent Nobian heeft net als Grolsch een koppeling met Twence gemaakt. “Zij krijgen stoom geleverd. Kortom, samenwerking loont om de energietransitie waar te maken.”

Mentaliteitsverandering

Die samenwerking wordt ook steeds meer opgezocht. “In het verleden zijn veel duurzaamheidsprojecten geïnitieerd, maar omdat de ketensamenwerking nog onvoldoende tot stand kwam werd een aantal projecten even op on hold gezet. Er zijn bij grote projecten vaak meerdere partijen met verschillende belangen, groottes en competenties waardoor er altijd wel een bottleneck is op basis waarvan een project niet doorgaat. Projecten zoals deze van Twence/Grolsch  of Twence/Nobian  zijn wel succesvol in de praktijk uitgevoerd en daarvan kunnen we met z’n allen leren.  Vaak is naast visie ook de nodige dosis lef en doorzettingsvermogen nodig. We merken wel dat de mentaliteit in de industrie in de volle breedte de laatste twee jaar is veranderd. Er beginnen steeds meer projecten van de grond te komen. De bereidheid om die extra inspanning te doen is er en de hoge energieprijzen en de prijsvolatiliteit leiden ertoe dat meer business cases levensvatbaar zijn.”

Projecten realiseren met beperkt investeringsbudget

Ook voor wie een beperkt investeringsbudget heeft, zijn er mogelijkheden. “Veel bedrijven hebben een beperkt investeringsbudget. Aangezien elke euro maar één keer kan worden uitgegeven, is het voor de financiële afdeling logisch om na te gaan wat een investering voor het bedrijf oplevert aan toegevoegde waarde. Daarom zal het budget sneller worden uitgegeven aan de core business en minder snel aan zaken die leiden tot CO2-reductie of energiebesparing. Een van de mogelijkheden die we via Project 6-25 (www.6-25.nl) bieden, is off-balance financiering. ESCo’s (Energy Service Companies) kunnen financiering regelen voor een project dat moet worden uitgevoerd, zodat het bedrijf er zelf niet in moet investeren. Het bedrijf moet hiervoor uiteraard wel een vergoeding betalen, maar het kan voor bedrijven een interessante optie zijn. Linksom of rechtsom, er zijn altijd wel oplossingen te vinden om te kunnen verduurzamen. Gesprekken met andere partijen kunnen daarbij helpen.”

Knelpunten zullen toenemen

Wie nu nog geen actie onderneemt, mist mogelijk de boot. “Bedrijven zullen mogelijk in de rij moeten staan om te kunnen verduurzamen. Bedrijven die willen elektrificeren kunnen dit in bepaalde regio’s niet aangezien de verzwaring van het elektriciteitsnet niet op tijd gaat lukken.  Je ziet dus ook de keerzijde van het verduurzamen. Niet alleen bedrijven maar ook het systeem moet behoorlijk veranderen en dat levert veel knelpunten op. Dat geldt overigens niet alleen voor de industrie, maar ook voor huishoudens. Vanaf 2026 mogen cv-ketels alleen nog mag maar worden vervangen door duurzame oplossingen zoals (hybride) warmtepompen. Hier is de installatiesector nog niet klaar voor. Ze komen handen en materiaal tekort. Met dit soort uitdagingen zullen we in de toekomst in alle sectoren te maken krijgen.”

Durf verder te kijken dan je neus lang is

Er zijn veel uitdagingen, maar nog meer kansen. “Durf verder te kijken dan je neus lang is. Veel bedrijven zijn in buitenlandse handen gekomen waarbij niet langer in Nederland de - strategische - investeringsbeslissingen worden genomen. Je kunt de visie van het hoofdkantoor volgen en hopen dat de vestiging in Nederland niet gaat sluiten. Maar je kunt ook proactief handelen. Bijvoorbeeld door je moederbedrijf te laten zien dat in Nederland het klimaat een erg belangrijke pijler is geworden, er veel subsidiemogelijkheden zijn terwijl er voortdurend innovaties en technieken op de markt komen.  Je kunt het hoofdkantoor er mogelijk van overtuigen dat ze de vestiging in Nederland als een proeftuin kunnen beschouwen voor alle duurzaamheidsstappen die het concern wereldwijd uiteindelijk toch zal moeten nemen. Want geen enkel land is uitgezonderd van de duurzaamheidsmaatregelen.  Dan ligt er ineens een opportunity om als Nederlandse locatie de voortrekkersrol te pakken en misschien wel het vlaggenschip te worden op duurzaamheidsgebied.”

Ga terug