Isolatiepanelen: Het gebruik van PUR of PIR en andere tips
Het goed isoleren van machines staat bij veel bedrijven steeds hoger op de agenda. De wet- en regelgeving wordt aangescherpt en goed isoleren leidt bovendien tot extra energiebesparing. Maar is het gebruik van PUR of juist PIR in isolatiepanelen de beste keuze? In dit artikel geven Geert Houwers, operationeel manager en Joachim Eismann, sales manager bij Innclose hun visie op het gebruik van isolatiepanelen in de voedingsmiddelenindustrie.
“Gebruik je PUR of PIR in isolatiepanelen is een vraag die in de foodsector regelmatig wordt gesteld”, zegt Houwers. “Het korte antwoord hierop: PIR heeft een hogere brandklasse (Europese brandklasse 5, ‘normaal ontvlambaar’, red.) en is dus brandveiliger, wat resulteert in lagere brandverzekeringskosten. Daarnaast is de isolatiewaarde hoger in vergelijking met PUR.” Je zou dus kunnen stellen dat PUR een stille dood zal sterven. “Niet helemaal”, stelt Houwers. “Het nadeel van PIR is dat de productie ervan moet plaatsvinden in een goede geconditioneerde omgeving. Net als bij PUR gaat het door inmenging van zuurstof stollen, echter, bij PIR luisteren de productieparameters zoals onder meer de temperatuur erg nauw om een goed eindproduct te kunnen genereren. In een discontinu proces is dit lastig."
Lassen of afdichten
Nog een onderwerp van discussie is of isolatiepanelen moeten worden gelast of afgedicht met een siliconennaad. Houwers: “Isolatiepanelen met siliconennaden zijn doorgaans gevuld met PIR en zijn goedkoper dan de variant met gelaste naden. Nadeel is echter dat de siliconennaden meer onderhoud vergen. Ze zijn vaak minder hittebestendig en niet altijd even goed bestand tegen hoge reinigingskrachten. Ze moeten daarom regelmatig worden geïnspecteerd en vervangen. Het ontbreken van een klein deel van de naad - ook al is dit slechts 5 centimeter – kan leiden tot grote gevolgen. Het kan in het voedsel terecht zijn gekomen met mogelijk terugroepacties, extra kosten en imagoverlies tot gevolg. Daarom is onderhoud en inspectie van siliconen naden een must, ook al leidt tot soms tot een extra onderhoudsstop. Gelaste naden zijn veel onderhoudsvriendelijker en zijn goed bestand tegen schoonmaakmiddelen.”
Nadelen
Maar er zitten ook nadelen aan gelaste panelen. Eismann: “Het grootste nadeel is de kostprijs. Die ligt veel hoger. Dit komt omdat de productie van deze panelen op maat in een discontinu proces plaatsvindt.” Veel bedrijven die gelaste panelen leveren, gebruiken PUR in plaats van PIR omdat dit hun productieproces vereenvoudigt.” Houwers: “Dat is enigszins tegenstrijdig. Het zijn duurdere panelen maar het gebruikte isolatiemateriaal heeft een lagere kwaliteit. Daarom hebben wij een techniek ontwikkeld waarbij we isolatiepanelen met lasnaden én PIR kunnen leveren. Wij laten het PIR voor onze isolatiepanelen extern produceren en snijden ze vervolgens op maat in de benodigde blokken waarmee we de panelen vullen. Daarna gebeurt het aflassen. Op die manier kunnen we wél gebruikmaken van het betere PIR, in gelaste panelen.” Dus het beste van twee werelden. “De kostprijs ligt weliswaar wat hoger, maar daar tegenover bieden we ook maatwerk en kwaliteit. Kijk je naar de total cost of ownership, dan zijn gelaste panelen met PIR de beste keuze.”
Praktijkcase
Innclose rondde onlangs in België een bijzonder project af bij koeltunnelbouwer SKT voor de eindklant AVIKO in Poperinge.
De tunnel heeft een lengte van 68 meter Er werden daarbij niet alleen panelen voor de behuizing van de koeltunnel geleverd, maar ook stabiele onder-frames. Met deze onder-frames kon de koeltunnel bij SKT worden opgebouwd en inclusief behuizing modulair naar de eindklant AVIKO worden vervoerd.
Foto 1: De productie van een koeltunnel met 68 meter lengte op de productielocatie van koeltunnelbouwer SKT in Ieper (foto: SKT)
Foto 2: Het modulair transport van de koeltunnel naar klant Aviko in Poperinge (foto: SKT)
Foto 3: De stijve onder-frames van de koeltunnel maken het modulair transport mogelijk. Dit bespaart tijd bij de opbouw bij eindklant AVIKO (foto: SKT)